default logo

(Fysiologische) stuwing

Het lichaam van een zwangere vrouw bereidt zich gedurende de zwangerschap voor op de borstvoedingsperiode. Het is een natuurlijk proces, gestuurd door de hormonen die zo eigen zijn aan de zwangerschap. De echte melkproductie wordt tijdens een zwangerschap wel (grotendeels) tegen gehouden door de hormonen die de placenta of moederkoek afgeeft. Op het moment dat de baby (en nadien dus ook de moederkoek) geboren wordt, valt die blokkade weg en kan de melkproductie , die zo goed voorbereid werd door het lichaam, van start gaan.

Op het moment dat de baby geboren wordt is er slechts een heel minimale hoeveelheid melk, colostrum genoemd. De eerste dagen na de bevalling is een borstvoeding bijna uitsluitend gestuurd door de hormonen die in het lichaam van de mama huis houden. Om ervoor te zorgen dat er langer dan een paar dagen borstvoeding kan worden geven, moet de melkproductie frequent gestimuleerd worden. Door de baby aan te leggen of door regelmatig af te kolven wanneer de baby niet aangelegd kan worden wordt het lichaam immers constant herinnerd aan de taak om de baby te gaan voeden.

Door die frequente stimulatie en omschakeling van hormoongestuurde borstvoeding naar vraag en aanbod, schiet de productie als het ware de lucht in en produceert mama even meer melk dan dat baby nodig heeft. Zo rond de vierde dag na de geboorte voelen de meeste mama’s dat er heel wat melk is. Die “fysiologische kortdurende overproductie” wordt stuwing genoemd.

Het is niet de bedoeling dat dergelijke fysiologische stuwing dagenlang aanhoudt. Stuwing betekent dat de borst helemaal gevuld is met melk. Er is op dat moment dus meer melk dan dat de baby op kan. Er zijn een aantal mogelijkheden om die stuwing op te lossen. Welke mogelijkheden voor jou gepast zijn en op welk tijdstip je die strategie kan gaan toepassen kan zeer individueel zijn. Het is dus handig om met jouw lactatiekundige te bespreken wat het beste plan is voor jou en je kindje(s).

Een aantal voorbeelden kunnen zijn:

  • Vochtige warmte op de borsten leggen voor de voeding helpt om de melk vlot los te laten op het moment dat je voedt.
  • Frequent voeden of de borsten legen is altijd zinvol.
  • Manueel wat druk af masseren kan verlichting geven.
  • Het kan zinvol zijn om eenmalig leeg te kolven om de borsten als het ware te ‘resetten’.

 

Het kan dus aan te raden zijn om eenmalig af te kolven zodat het teveel aan melk weg kan uit de borst. Indien je een goede kolf voor handen hebt, de juiste maat borstschilden en op het juiste moment kolft, ‘reset’ je als het ware je borsten om zich nadien te vullen volgens de nood van je baby. Je (vroedvrouw of) lactatiekundige helpt jou hier graag mee verder want ga je teveel kolven, dan werk je de stuwing misschien in de hand.

Alvorens te denken aan kolven, kan je bij vroege signalen die wijzen op stuwing, je borsten masseren onder de douche. De opgebouwde overtollige melk kan op die manier weg en dat zal jou zeker verlichting geven. Vraag je lactatiekundige of vroedvrouw ook zeker om je te tonen/leren hoe je manueel kan afkolven, dit kan jou ook helpen om opkomende stuwing tijdig aan te pakken.

Nadat de fysiologische stuwing in de eerste week na de bevalling is opgelost kan je de indruk hebben te weinig melk te hebben omdat de borsten niet meer zo gespannen voelen. De opnieuw soepele borsten betekenen niet dat er te weinig melk is, wel dat er geen stuwing meer is. Om de productie goed op peil te houden is het belangrijk te blijven frequent aanleggen/stimuleren.

Kortom: Stuwing ervaren in de eerste week na de geboorte is heel normaal. Stuwing ontstaat door de omschakeling van hormoongestuurde borstvoeding in de eerste dagen, naar vraag en aanbod nadien. Je baby frequent aanleggen bij vroege hongersignalen voorkomt stuwing niet altijd maar kan zeker verlichting geven wanneer je stuwing voelt. Duurt de stuwing langer dan goed voelt, weet je niet meer wat te doen: contacteer je lactatiekundige voor hulp.