default logo

Goede voornemens!

De feestdagen. Traditioneel een tijd van gezellig samen zijn met vrienden en familie. Een tijd ook van cadeautjes, lekker eten en fijne feestjes.

Maar de feestdagen zijn ook (helaas) een tijd van…

… veel goeie voornemens en vaak beginnen die voornemens al vroeg. Wist je dat je nu nog een maandje hebt om er stralend uit te zien tijdens de feesten? Beter nu al met de goeie voornemens beginnen want we weten allemaal dat voornemens op 1 januari gedoemd zijn om te falen. Tenminste.. als we “de mensen” mogen geloven.

Of je nu van plan bent om van goeie voornemens te doen of niet: we wensen je een fijne tijd toe. Hopelijk kan je genieten van je gezin, van je lichaam zoals het nu is en van je conditie.

Wil je toch graag gaan sporten, dan kiezen jonge ouders in eerste instantie vaak voor lopen: start to run is een makkelijk programma. Lopen kan eender wanneer en eender waar. Lopen vraagt geen grote begininvestering. Bovendien hoef je bij het lopen geen rekening te houden met openingsuren dus als je baby vandaag eens wat langer wil clusteren, dan ga jij gewoon wat later lopen.

We zijn, je merkt het zelf al, bij Groei! ook een klein beetje gebeten door de loopmicrobe. Tenminste, de helft van ons team is dat toch. De andere helft bakt lekkere snacks om voor, na en tijdens die inspanningen te nuttigen. Elk zijn rol in dit universum.

We zetten graag onze tien beste looptips voor voedende moeders even op een rijtje.

1. Luister naar je lichaam.

Wanneer je borstvoeding geeft, zeker aan een jonge baby, verricht je lichaam eigenlijk al wat arbeid gewoon om in melk te voorzien. Bovendien ben je nog niet zo gek lang geleden bevallen en heeft je lichaam ook tijd nodig om daar van te herstellen. Je bekkenbodemspieren kregen het in veel gevallen helaas zwaar te verduren. Een zestal weken wachten na de geboorte van je kindje is voor veel vrouwen een minimum. Krijg je van je gynaecoloog groen licht om terug te sporten, luister dan voldoende naar je lichaam! Je hebt nog een heel leven om te lopen. Wat vandaag niet lukt probeer je gewoon volgende week opnieuw. Je krijgt echter maar een lichaam, verzorg het dus goed. Het heeft geen zin om volledig in overdrive te gaan. Lopen doe je met mate(n).

2. Kies een sportBH die past.

Je borsten veranderden tijdens de zwangerschap en blijven in de eerste weken en maanden na de bevalling veranderen. Kies een sportBH die je borsten goed gaat ondersteunen maar die tegelijkertijd je borsten nergens gaat afknellen. Je wil liever geen verstopte melkkanaaltjes door het dragen van een te strakke BH.

De meeste loopmoeders kiezen er voor om geen al te grote investeringen te doen tot hun melkproductie ongeveer stabiel is. De cupmaat van veel borsten durft in de eerste weken en maanden na de geboorte immers nog een beetje te veranderen. Soms verandert je cupmaat ook een beetje doorheen de dag. Je kiest dus beter iets frequenter een goed passende BH dan in één moeite door enkele BH’s te kopen om zo “verder te kunnen”.

3. Kolf vooraleer je gaat lopen.

Je kan je kindje aanleggen, met de hand kolven of een afkolftoestel gebruiken. Welke methode je ook kiest, met lege borsten aan een run beginnen is voor veel moeders het meest comfortabele uitgangspunt.

Elke moeder heeft een ander lichaam en dus ook een andere kolfroutine. De kunst ligt hem er in de routine te vinden die bij je past. Uiteraard kan je met zulke vragen ook terecht bij je lactatiekundige.

4. Leg je kindje voldoende aan.

Ook na een grote sportinspanning mag je je kindje aanleggen. Het idee dat je melk zuur zou worden van een te grote inspanning is gelukkig een fabeltje. Je krijgt ook geen dikkere melk en zeker ook geen room van je borsten zo over en weer te laten bewegen.

Er doen heel wat fabels de ronde maar eenvoudig te onthouden is dit: na het sporten, wanneer je daar zelf toe in staat bent, kan je veilig je kindje aanleggen.

5. Eet voldoende.

Zelfs als je goede voornemen er uit bestaat om de kilootjes die bleven plakken weg te werken, is het belangrijk dat je voldoende gaat eten. Borstvoeding geven vergt wat van je lijf, een sportinspanning doet dat nog veel meer. Een crashdieet hoort hier niet bij.

Je kan bij een (sport)voedingsadviseur, diëtiste, … terecht om samen je eetpatroon te bekijken moest je door het bos de bomen niet meer zien maar onthou: je hoeft niets speciaals te gaan eten of laten omdat je borstvoeding geeft. Je streeft naar een gezond en haalbaar dieet dat je inspanningen ondersteunt.

6. Drink voldoende.

Iets wat veel mama’s al eens durven vergeten is drinken naar dorst. Het lijstje met fabeltjes wordt nog een beetje langer: Je hoeft geen twee liter water te drinken om voldoende moedermelk te kunnen aanmaken. Drinken naar dorst is voldoende. Maar (h)erken je dorstgevoel wel: Wanneer je een sportinspanning plant heeft jouw eigen lichaam en jouw melkproductie er baat bij dat je voldoende gaat drinken.

7. Hou rekening met je hormonen.

Wanneer je borstvoeding geeft razen de hormonen vaak nog veel nadrukkelijker door je lijf dan op andere momenten. Omarm deze hormonen, weet wat ze met je doen en speel er op in. Je kan de kennis immers in je voordeel gebruiken!

Oxytocine bijvoorbeeld, het gelukshormoon, geeft je een goed gevoel en zorgt mee voor de bonding met je kindje maar kan je ook moe maken. Zo zijn er een hoop hormonen die je tijdelijk een vermoeid gevoel kunnen geven. Niet zo handig wanneer je eigenlijk gevoed of gekolfd hebt net om te kunnen gaan lopen.

Voel je je vaak extramoe na een voeding of kolfbeurt. Weet dan dat het niet aan jou ligt maar aan de hormonen. Plan een powerdutje van minder dan een uur en vertrek meteen nadien om te gaan lopen zo omzeil je de hormonen een beetje en zijn je borsten toch niet al te vol.

8. Voorzie melk voor je kindje.

Wanneer je loopt gebruik je dat vaak ook om je hoofd even leeg te maken. Dat gaat niet zo vlot als je je ondertussen ook moet druk maken om een kindje dat thuis is zonder jou en dus  zonder “de melkvoorraad”. Voorzie in je gemoedsrust en leg een klein voorraadje van je eigen melk aan thuis zodat de persoon die voor je kindje zorgt melk kan gaan aanbieden moest dat toch nodig zijn.

De meeste mama’s kiezen er uiteraard voor, zeker met een jonge baby, om te gaan sporten tussen twee voedingen door. Dat is voor velen immers de reden waarom ze voor hardlopen kozen: je vertrekt wanneer je wil en kan. Geen stress om start- of openingsuren, geen gedoe, geen deadlines.

Uiteraard is het leuk als je na het sporten je kindje weer gewoon kan gaan aanleggen en dat plande je ook zo. Toch kan het voor alle partijen fijn zijn te weten dat er melk voorradig is moest je kindje sneller honger krijgen dan gepland.

9. Vraag en aanbod.

Je melkproductie en ook het voeden van je kindje werkt op vraag en aanbod. Moest je kindje dus eerder melk vragen, dan kan er op een andere manier moedermelk aangeboden worden, bijvoorbeeld in een cupje of flesje.

Voor je eigen productie geldt hetzelfde: Je wil je lichaam laten weten dat er een kindje honger heeft. Werd je kindje dus een flesje aangeboden tijdens jouw looprondje, denk er dan aan om ook even af te kolven na je toertje zodat je lichaam weet dat er iemand dronk.

10. Kalm aan!

Uiteraard lees je van mama’s die afkolven tijdens een marathon en ondertussen maar lekker doorgaan. Leg de lat echter niet te hoog: Het is belangrijker om nu even tijd door te brengen met je baby dan om je nieuwe persoonlijke record te gaan verbreken.

Loop voor jezelf. Loop omdat je er zelf zin in heb, niet omdat je dat zou moeten voor een “beter” lijf, een “betere” lijn of een “betere” kledingmaat.